De afgelopen zomer werkte ik, zoals je ongetwijfeld is opgevallen, aan een dossier over subsidiestromen richting de luchtvaartindustrie. Nog altijd druppelen daarover tips binnen van FTM-leden, die me wijzen op een geldstroom die ik nog over het hoofd zag.
Zo besloot Jacob Lindenbergh uit Drenthe het subsidieregister van zijn provincie eens te bestuderen. Daarin vond hij onder meer een bedrag van 25.000 euro ten bate van de Commissie Regionaal Overleg (CRO) Luchthaven Eelde. Wat is dit?
CRO’s zijn bij wet ingestelde overlegorganen van betrokkenen bij de Nederlandse luchthavens Maastricht, Groningen, Lelystad en Rotterdam. Hierin praten vertegenwoordigers van gemeenten, provincies, milieuorganisaties, omwonenden, Luchtverkeersleiding Nederland, de exploitant van de desbetreffende luchthaven en nog wat betrokkenen met elkaar over de luchthaven. Daarbij worden bijvoorbeeld klachten over geluidsoverlast besproken (al heeft een CRO geen mandaat om iets aan deze klachten te doen).
Je zou dus kunnen zeggen dat zo’n CRO een vrij typisch voorbeeld is van de Nederlandse overlegcultuur. Een goed functionerende CRO zorgt voor een werkbare relatie tussen de bedrijven die overlast veroorzaken en de bewoners en omwonenden die de overlast ervaren.
Het is echter de overheid die de kosten voor dit overleg draagt. Alle CRO’s krijgen van het ministerie van Infrastructuur een subsidie van 35.000 euro per jaar. Daarnaast blijkt uit de mail van Jacob Lindenbergh dat ook andere overheden een bijdrage leveren. De provincies Drenthe en Groningen betalen bijvoorbeeld ieder 25.000 euro. De provincie Zuid-Holland betaalt 24.000 euro. Alleen deze subsidies tellen dus al op tot ruim twee ton per jaar. Volgens de CRO’s is dat overigens niet genoeg: afgelopen juni verzochten ze de minister om meer geld.
De Omgevingsraad Schiphol, een vergelijkbaar overlegorgaan, wordt ondertussen met een serieuzere subsidie ondersteund. Uit de begroting blijkt dat verschillende ministeries, provincies en gemeenten in 2019 733.500 euro aan de raad overmaken.
Vliegtuigen veroorzaken geluidsoverlast en milieuschade. Het is ongetwijfeld zinvol dat de sector hierover in gesprek blijft met de gedupeerden. De rekening van dat overleg, jaarlijks bijna een miljoen euro, wordt echter door de belastingbetaler betaald. Dit is zeker niet de grootste subsidiestroom naar de luchtvaartindustrie, maar je vraagt je wel af of dit niet wat sjieker geregeld kan worden. Nu is het een beetje alsof Shell tegen zijn Nigeriaanse werknemers zegt: ‘Wat ontzettend vervelend dat jullie onder mensonterende omstandigheden olie moeten winnen. We willen graag in gesprek over hoe dat beter kan. Dat gesprek kost een miljoen euro. We zullen dat van jullie loon afhalen.’