Dinsdagavond werd bekend dat de twee Rotterdamse kolencentrales de stekker trekken uit ROAD, een proef waarbij hun CO2 afgevangen en onder de zeebodem opgeslagen zou worden. Een domper voor de Klimaatdoelstellingen en een flinke kennisachterstand zijn het gevolg. Volgens Ties Joosten had dit belangrijke CCS-project dan ook nooit in handen van deze steenkolenboeren gegeven mogen worden.

De Rotterdamse haven is goed voor zo’n 20 procent van de totale Nederlandse uitstoot van broeikasgassen. Linksom of rechtsom gaat daar een keer iets aan gebeuren, daar zijn alle experts het over eens. Het klimaatakkoord van Parijs verplicht ons om de uitstoot met 95 procent te reduceren en dat gaat niet zonder een forse inkrimping van de Rotterdamse uitstoot. Het Havenbedrijf onderzoekt daarom al jaren hoe zo’n duurzame toekomst eruit ziet.

Lege gasvelden

In de eerste plaats zal de havenindustrie fors minder CO2 moeten gaan produceren. Daarnaast zal een deel van de broeikasgassen kunnen worden hergebruikt, bijvoorbeeld door een koppeling aan de tuinders in het Westland, waar de plantjes sneller gaan groeien door CO2-toevoer uit de haven. Maar: dit zal niet genoeg zijn. Als we de opwarming van de aarde willen beperken tot wat we in Parijs hebben afgesproken, dan zullen we, hoe dan ook, CCS (Carbon Capture and Storage) nodig hebben: het afvangen van CO2 en die in lege gasvelden onder de grond opslaan.

Vrijwel niemand betwijfelt de noodzaak van die techniek. Het Havenbedrijf dicht CCS een belangrijke rol toe in de toekomstige strategie, de Europese Unie en de Verenigde Naties gaan er vanuit dat we niet zonder kunnen, en zelfs Urgenda (die van de gewonnen Klimaatzaak) gaat uit van een (tijdelijke) noodzaak van CCS. De reden: voor sommige zeer energie-intensieve industrieën (zoals de staal- of petrochemische industrie) bestaan nog nauwelijks energiezuinige alternatieven. Met andere woorden: als we in de toekomst staal blijven gebruiken – en daar lijkt het wel op – dan hebben we staalfabrieken nodig, en die zullen voorlopig nog een boel CO2 blijven uitstoten.

Ronduit beroerd

Alle reden dus om de CCS-techniek eens serieus te gaan testen. In Canada, Australië en het Midden-Oosten zijn ze hiermee al redelijk ver, maar in Europa komt het maar niet van de grond. Slechts één project is nog enigszins levensvatbaar: ROAD, het Rotterdamse Opslag- en Afvang Demonstratieproject. Bijna een half miljard euro aan subsidie lag klaar om hier CO2 in een leeg gasveld onder de Noordzee te gaan pompen.

Toch lag het project jaren stil. Dit omdat de leiding over ROAD in handen werd gegeven van Engie en Uniper, de eigenaren van de twee gloednieuwe kolencentrales op de Maasvlakte. Zij zouden hun CO2 gaan afvangen en opslaan, terwijl juist voor de productie van elektriciteit wél broeikasgasarme alternatieven bestaan: wind, zon, getijdenstroom en in minder mate gas. Dientengevolge gaat het ronduit beroerd met de kolencentrales en komt het CSS-project helemaal achteraan in het rijtje der belangrijke zaken. Op hun boekwaarde zijn al enorme afschrijvingen gedaan: in de amper twee jaar dat ze nu in bedrijf zijn, hebben ze al een derde (!) van hun waarde verloren (de bouw kostte 3,1 miljard, de boekwaarde is nu ongeveer 1 miljard per centrale). Vrijwel niemand lijkt nog te geloven dat de kolencentrales een lang leven beschoren zijn, burgemeester Aboutaleb zegt zelfs te hopen dat we in 8 jaar van ‘die smurrie’ af zijn.

Blunder

Hier is dus sprake van een strategische blunder. De kolencentrales mochten juist gebouwd worden omdat ze nadrukkelijk beloofden hun CO2 te gaan afvangen en opslaan. Dit is volledig mislukt: de belofte bleek niet juridisch afdwingbaar en het broeikasgas gaat gewoon de lucht in. Maar ze bleven wel de leiding over de totstandkoming van ROAD behouden. Als een stel toeristen in de rij voor de kaartenautomaat van de NS, terwijl jij probeert een trein te halen. We wachten nu al 7 jaar – en nog altijd is ROAD niet verder dan een lullig ‘onderzoekskantoor’ aan de Parallelweg in Schiedam met een totaal verouderde website (www.road2020.nl). Het klimaat, andere industrieën en de haven als geheel zijn de dupe en een oplopende kennisachterstand is het gevolg.

Het is daarom te hopen dat nu een meer betrouwbare partij de leiding krijgt. Bij voorkeur uit de energie-intensieve staalindustrie, die ook na afloop van de proef van CCS-technieken gebruik zal gaan maken.

‘Zeer teleurgesteld’

In een reactie laat het Havenbedrijf weten ‘zeer teleurgesteld’ te zijn in Engie en Uniper. ‘De bedrijven komen de door hen gewekte verwachting voor een grootschalige proef met CCS niet na.’
Van een strategische blunder is volgens het Havenbedrijf echter geen sprake: ‘Engie en Uniper waren destijds de enige bedrijven die bereid waren te starten met CCS en daarin te investeren. De huidige aanhoudende discussie over sluiting en lage elektriciteitsprijzen was toen niet voorzien.’

Het Havenbedrijf is van mening dat de kolencentrales open kunnen blijven, mits zij de negatieve milieu-impact van de CO2-uitstoot beperken. ‘Het Klimaatakkoord van Parijs noodzaakt immers de CO2-uitstoot stelselmatig terug te dringen. Bedrijven kunnen daar de ogen niet voor sluiten.’