011Om de vergrijzing betaalbaar te houden wil het kabinet dat onze oudjes zo lang mogelijk thuis en zelfstandig blijven wonen. Daarom mogen bejaarden die weinig zorg nodig hebben in de toekomst geen verpleeg- of verzorgingshuis meer in. Het gevolg: tussen nu en 2020 zullen achthonderd van de tweeduizend verpleeg- en verzorgingslocaties hun deuren moeten sluiten, zo berekende Bureau Berenschot. Maar waar moet oma dan gaan wonen?

Mantelzorg: de ouders bij de kinderen thuis

We zouden onze ouders natuurlijk gewoon zelf in huis kunnen nemen. En, zo blijkt, dat vinden we helemaal niet erg om te doen. Vijftig procent van de Nederlanders tussen de 18 en 50 jaar zou het prima vinden de ouders in huis te nemen. Is natuurlijk ook wel handig: kan oma de kinderen tussen de middag opvangen terwijl de ouders hard aan hun carrière poetsen.

Maar (en dit is een grote maar): onze oudjes willen zelf helemaal niet. Maar liefst 84 procent van de Nederlandse 50-plussers wil niet meer bij de eigen kinderen in huis wonen. Uit De Nationale 50+ Woonenquête uit 2006 blijkt dat 71 procent van de senioren de voorkeur geeft aan een eigen, eenvoudig aan te passen woning. De ouderen van nu willen zo lang mogelijk zelfstandig, actief en vrij blijven.

Levensloopbestendige woningen

Zoals Frans van Emmerik, 65 jaar, die in 2010 in een appartementencomplex voor “de vitale 50-plusser zonder thuiswonende kinderen” in Purmerend is gaan wonen. Aan de andere kant van de lijn klinkt een zucht van verlichting als hem wordt gevraagd hoe het wonen nu bevalt. “Ik vind het héérlijk”, zegt hij. “Hiervoor woonden wij in een eengezinswoning. Van de drie slaapkamers stonden er twee leeg, die je wel moet schoonhouden. Moet je telkens met zo’n loodzware stofzuiger de trap op. En dan de tuin! Ik kon er het enthousiasme niet meer voor opbrengen.” Het appartement van Van Emmerik en zijn vrouw is zo ontworpen dat zij er ook kunnen blijven wonen als ze meer zorg nodig hebben. Er zijn geen drempels, de deuren zijn breed en om de hoek zit een medische zorginstelling. “Als je zo’n kans krijgt moet je hem met beide handen aangrijpen”, zegt Van Emmerik.

Levensloopbestendige woningen, zoals die van Van Emmerik en zijn vrouw, zijn echter schaars. “Als we een leegstaand appartement op de website zetten is het binnen een mum van tijd weg”, zegt een medewerkster van Van Emmeriks woningcorporatie Intermaris.

Seniorenstad

De roep om meer zelfstandige woonruimte heeft Alex Sievers goed begrepen. Hij wil namelijk een heuse seniorenstad met op den duur duizend tot vijftienhonderd woningen gaan bouwen. “De ouderen van nu zoeken naar verbinding en ze willen hun leven delen met gelijkgestemden. En ze willen zo lang mogelijk genieten van een actief en comfortabel leven. Daarom komen er in de seniorenstad allerlei voorzieningen: een zwembad, een theater en ruimtes om cursussen te volgen en te geven.”

Volgens Sievers hoeft dit allemaal niet veel te kosten. Hij denkt dat alle voorzieningen beheerd kunnen worden voor een bijdrage van vijftig euro per inwoner per maand. “We zoeken dan ook naar ouderen die het leuk vinden om vrijwillig aan de gemeenschap bij te dragen. Zo houden we de kosten laag en creëren we een leuke en dynamische stad.” Sievers bestrijdt dan ook dat de seniorenstad vooral een plek wordt voor de meer welgestelde 50-plusser. “We mikken op de grote groep senioren tussen de groep die iedere zomer met een caravan en voortent op de camping staat en de groep die ieder jaar overwintert in Spanje. Ik ga er van uit dat we met dit concept ongeveer tien procent van de senioren aanspreken.”

Sievers is inmiddels met twee gemeentes in gesprek om de seniorenstad te realiseren. “De nood is echt aan de man. Van het kabinet moeten ouderen zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Dat willen zij best, maar ze hebben geen zin om tien jaar op een leuke woning te wachten. Als alles goed gaat hoop ik in 2014 met de bouw te kunnen beginnen.”

Dit artikel verscheen eerder op het permablog van De Nieuwe Pers.