Afgelopen weekend publiceerde ik een groot verhaal over biomassa. Het is erg veel gelezen en ik kreeg veel leuke reacties. Verschillende mensen zeiden expliciet dat ze het een genuanceerd verhaal vonden, wat ik een enorm compliment vind, want dat was precies mijn bedoeling.
Ik heb dit verhaal geschreven omdat ik graag wil dat het in het debat over biomassa weer over de feiten gaat. Biomassa is een complex onderwerp; niet voor niets had ik ruim 7000 woorden nodig om het goed uit te leggen. Niettemin is het debat volledig gepolariseerd geraakt, waardoor politici en ondernemers er hun handen niet meer aan durven branden.
Dat baart me zorgen, want ik weet dat in de strijd tegen klimaatverandering nog een boel moeilijke keuzes gemaakt zullen moeten worden. Windmolens, CCS, kernenergie, de massale isolatie van woningen, minder vliegen, omschakelen naar een (meer) vegan dieet: er zijn nog talloze ingrepen nodig die stuk voor stuk moeilijk zullen zijn en waar mensen last van zullen hebben. Een zilveren kogel bestaat niet en we zullen allemaal tot aan het einde van ons leven moeten dealen met de gevolgen van de klimaatramp – én met de gevolgen van het tegengaan daarvan.
Een aantal lezers vroeg mij waarom de biomassadiscussie volgens mij zó ontspoord is geraakt. Ik heb daar veel over nagedacht. Het leek mij goed om eens op te sommen wat volgens mij meespeelt aan de polarisatie in dit debat.
Zo speelt volgens mij in de eerste plaats een diep wantrouwen tussen industrie en natuur/milieu/klimaat-
Ik kan me dan ook goed voorstellen dat veel ngo’s op de rem gaan staan als ze zien hoeveel bedrijven en sectoren nu gebruik willen maken van een beperkt beschikbare hoeveelheid duurzame biomassa. Hier zit gewoon veel oud zeer. Dat er vanuit ‘de’ industrie nog altijd geluiden klinken als zouden ze best wat willen doen aan de klimaattransitie, maar ‘niet ten koste van het vestigingsklimaat’ (lees: het mag geen geld kosten) helpt overigens niet mee.
Ook bestaat er volgens mij een fundamenteel verschil van inzicht over natuurbescherming. Enerzijds zijn er volgens mij mensen die menen dat we van de natuur moeten afblijven, dat we er alleen doorheen mogen lopen (en zelfs dat niet altijd en overal). Een boom omhakken en (deels) verbranden past totaal niet in dat wereldbeeld.
Anderzijds zijn er mensen die de natuur zien als iets waarmee je als mens een relatie aangaat, dat de mens een onderdeel uitmaakt van de natuur en dat het erom gaat om die relatie zo gezond mogelijk te maken. Het is natuurlijk zonneklaar dat de mens op dit moment volledig faalt in het gezond houden van die relatie, maar het gebruik van hout (ook om het deels te verbranden) wringt niet fundamenteel met dat wereldbeeld.
Wat verder meespeelt is wat ik in een slechte vertaling maar even het proportionaliteitsvooroordeel noem (proportionality bias): klimaatverandering is zo’n groot, overweldigend gevaar, dat er vast een grote, geweldige oplossing voor is. De afgelopen dagen kreeg ik weer een boel als ideaal voorgestelde energie-oplossingen over me heen: we zouden in plaats van biomassa moeten inzetten op waterstof, op kernenergie, op thorium, of nog even doorgaan met aardgas tot er iets anders, beters is gevonden.
Maar dat moment komt niet: alle oplossingen hebben hun nadelen: zonnecellen en windmolens leveren niet altijd energie. Kernenergie levert een probleem met kernafval op waarmee we nog millennia blijven rondlopen. En biomassa kan een (in moderne biomassacentrales relatief kleine) verslechtering van de luchtkwaliteit betekenen. En terwijl we wachten op een betere oplossing verliezen we kostbare tijd.
En dan speelt natuurlijk ook doodgewoon nimby-gedrag een rol bij de felle discussie. Sommige mensen zijn niet zozeer tegen biomassa, maar wel tegen biomassa in hun achtertuin. Combineer dat met een enorme hoeveelheid desinformatie (of op primitieve houtstook gebaseerde informatie) op internet en je krijgt een explosieve mix.
Nou ja, dat soort zaken speelt volgens mij allemaal mee. Niet bij iedereen in gelijke mate natuurlijk, en ongetwijfeld vergeet ik nog een en ander. Wat denk jij: hoe is dit debat zo gepolariseerd geraakt?