Lood. Trichlooretheen. Tetrachlooretheen. Het zijn schadelijke chemicaliën die van nature niet (ik herhaal: niet) in aardolie voorkomen. Toch kwamen onderzoekers van het RIVM deze schadelijke stoffen tegen in de stookolie van schepen. Het lijkt nieuw bewijs voor een verhaal dat al langer in de haven rondgaat: dat chemische afvalstoffen door scheepsbrandstoffen worden gemengd. Zo komen bedrijven goedkoop van hun chemische troep af.
Volgens minister Cora van Nieuwenhuizen kan Nederland weinig doen aan het bijmengen van de chemicaliën in de scheepsbrandstoffen. ‘Eventuele praktijken van ongewenste bijmenging zouden zich verplaatsen naar andere landen. Om die reden wordt gestreefd naar een internationaal gelijk speelveld.’
Op zo’n moment zit ik dus te gillen naar mijn laptop. Ik trek dit argument van een ‘internationaal gelijk speelveld‘ gewoon echt niet meer. Ie-de-re keer is het ditzelfde liedje. Een vliegtax. Een CO2-belasting. Kolenheffing. Rekeningrijden. Energiebelasting. Landbouwgif. Ontgassen. Telkens staat er een lobbyist of politicus te jammeren dat het niet ten koste mag gaan van het o zo belangrijke ‘internationaal gelijke speelveld‘.
Het is om gek van te worden. Temeer omdat dit argument andersom nóóit gebruikt wordt. Shell betaalt in Nederland 0,0 procent winstbelasting. Ineos werd met fiscale rulings en steun verleid om in Antwerpen een fabriek te openen, terwijl Rutte en Wiebes namens Nederland een paringsdans kwamen opvoeren. Nederlandse bedrijven die in het buitenland zaken willen doen, worden gesteund met exportkredietverzekering namens de Nederlandse overheid. Waar is hier het ‘internationaal gelijke speelveld‘ gebleven?
Bedrijven die over een ‘internationaal gelijk speelveld‘ reppen zijn als die gozer uit je voetbalteam die als het regent altijd net toevallig een knieblessure heeft. Die gozer die z’n bagagedrager van z’n fiets schroefde om zijn achterwiel te sparen, maar wel bij jou achterop wil als z’n band lek is. Die gozer die, vlak voordat je een met liefde uitgezocht kado aan een gezamenlijke jarige vriend wil geven, zijn naam op de verjaardagskaart krabbelt en je toefluistert: ‘Stuur effe een tikkie.’ Die hij vervolgens niet betaalt.
Iedereen kent zo’n gozer. Maar je vriend is het nooit.