Alles wat je ooit wilde weten over de Rotterdamse rapper U-niq vind je hier. Ik schreef voor hem een complete biografie. Daarvoor sprak ik hem over zijn jeugd, zijn tijd in Amerika, zijn loopbaan als voetballer en als trainer en nog veel meer. Een compleet overzicht van zijn leven in ruim tweeduizend woorden. Veel leesplezier!

Jeugd

 

Op 10 juli 1976 werd Anthony C.C. Pengel geboren in Rotterdam. Zijn thuissituatie was bijzonder complex: ‘Mijn biologische vader heeft in mijn opvoeding geen rol van betekenis gespeeld, maar door zijn afwezigheid ook weer wel. Mijn stiefvader, die ik mijn “echte vader” noem, heeft me opgevoed met zijn normen en waarden. Hij vond dat je er als man moet staan, dat je dingen moet oplossen en niet ouwehoeren. Je moet voor je gezin zorgen.’

 

Zijn moeder is volgens U-niq een ‘enorm liefdevolle vrouw.’ Tijdens zijn jeugd kent ze echter een turbulent leven, wat zijn weerslag heeft op de opvoeding van Anthony. Op zijn dertiende gaan zijn stiefvader en zijn moeder uit elkaar. ‘Vanaf toen woonde ik alleen met mijn moeder. We woonden toen in Suriname, waar we een jaar eerder naar toe verhuisd waren. Door het stuk gaan van de relatie van mijn moeder, en door talloze andere oorzaken ging het daar niet goed. Mijn oma raadde ons aan weer terug naar Rotterdam te komen. Door al deze veranderingen heb ik die tijd geen stabiele thuissituatie gekend. Ik werd daardoor wrevelig, onrustig. Je hebt mensen die thuis op de bank een boekje kunnen lezen. Ik kon dat niet, ik wilde altijd de straat op. Ook op regenachtige zondagen als er eigenlijk niets te doen was. Dan ging ik toch ergens hangen, kattenkwaad uithalen, voetballen, muziek maken.’

 

Ook op school was de jonge Anthony onrustig. ‘Ik was wel beleefd, maar ik kon er niet tegen als ik het gevoel heb dat er onrecht wordt aangedaan. Dan werd ik een terrorist en verstoorde ik de les.’ Dit sterke rechtvaardigheidsgevoel heeft U-niq nog steeds. ‘Ik begeleid jonge, talentvolle kinderen. Soms komen ze bij me en vertellen ze dat ze de klas zijn uitgestuurd. Natuurlijk is dit soms terecht, maar je hebt ook zo veel leraren die onrechtvaardig zijn, die uitlokken, pesten en hun macht misbruiken. Die worden nooit weggestuurd. Dat is niet eerlijk!’

 

Anthony komt op zijn veertiende terug uit Suriname. De periode tot zijn 23e omschrijft hij als ‘heel erg zwaar. Ik was onzeker, dacht dat iedereen bezig was me op de kast te jagen. Dat deden ze soms wel, maar ik liet dat ook toe. Ik was vreselijk boos op alles en iedereen, op school, op vrienden. Maar vooral op mijn moeder. Hoewel ze de belangrijkste persoon in mijn leven is en was, had ik toen veel ruzie met haar. Ze zeggen wel dat je je afreageert op de mensen die het dichtst bij je staan. In mijn geval was dat zeker waar.’

 

 

 

Voetbal

 

Als jonge jongen heeft Anthony twee passies: voetbal en muziek. Voor beide had hij duidelijk talent. In Rotterdam voetbalde hij, totdat hij naar Suriname ging, voor Alexandria ‘66. ‘Ik kon overal uit de voeten: achterin, op het middenveld, in de spits. Ik voetbalde in teams waar de jongens soms wel twee of drie jaar ouder waren.’ Omdat het voetbal in Suriname van een bedenkelijk niveau is gaat hij er basketballen. Ook daarin haalt hij de landelijke top.

 

Terug in Nederland gaat Anthony weer bij zijn oude club voetballen. Dat gaat zo goed dat Feyenoord hem vraagt. Ik heb daar anderhalf jaar gespeeld en ik heb A-landelijk gehaald. Toen maakte ik een domme fout, ik wilde namelijk met wat vrienden mee naar Dordrecht ’90. Dat werkte niet voor mij. Toen heb ik het nog even geprobeerd bij FC Utrecht, maar dat viel niet te combineren met mijn school. Ik zat in HAVO-5, mijn eindexamenjaar. Toen ben ik gestopt en ben ik trainer geworden.’

 

U-niq is niet trots op wat hij als voetballer heeft bereikt. ‘Natuurlijk is het leuk om voor Feyenoord te voetballen. Maar ik vind dat als je niet álles ergens uithaalt, je er niet trots op kan zijn. En ik heb het gevoel dat er meer in heeft gezeten. Maar ja, ik zat in een heftige periode, kreeg ook geen ondersteuning van thuis uit.’

 

 

 

Muziek

 

Muziek was de andere passie van Anthony. ‘Van jongs af aan was ik met muziek bezig. Ik kom uit een heel muzikale familie. Neefjes van mij rappen, nichtjes zingen. We dansten op James Brown, op Salt ’N Pepper.’ Al heel jong kwam hij met hiphop in aanraking: ‘Ik had twee neven die twaalf jaar ouder waren. Zij hadden een vriend en hij was een halve Amerikaan. Via hem kregen zij tapes waarop Amerikaanse radioprogramma’s stonden. Ik luisterde daarop stiekem naar Cash Money, Public Enemy en Run DMC.’ Anthony was pas negen jaar oud toen hij zijn eerste rapregels schreef. Hij weet er nog een paar:

 

 

‘Mister Mister, you don’t want a part of me /

 

You don’t want to play with me /

 

‘cause you’re a fan of Paul McCartney’

 

 

Hij lacht erom: ‘Ik weet dat het niet goed is, maar voor een negenjarige? Ik was al vroeg goed in Engels, en ook mijn rijmschema’s en mijn teksten werden steeds beter. Ik werd gewoon een betere rapper.’

 

Als MC NoJoke wint Anthony op zijn vijftiende zijn eerste landelijke talentenjacht. Ook begon hij binnen de toen nog kleine scene enigszins naam te maken. Toch wilde hij zijn naam veranderen. ‘Vrienden verklaarden me voor gek. Waarom je naam veranderen als het net goed gaat? Maar ik vond MC NoJoke niet meer bij me passen. Toen ben ik over een nieuwe naam gaan nadenken. Ik wilde niet onder mijn eigen naam optreden omdat ik met mijn muziek in een andere wereld kwam, eentje waar ik mijn problemen vergat. Dus ik dacht: “Wat wil ik doen? Ik wil mijn knowledge spitten, ik wil een dichter zijn, ik wil iets groots zijn en ik wil kwaliteit leveren.” Zo kwam ik langzaam op Universal Novelist Illustrating Quality: U-niq.’

 

 

 

Vroege Carrière

 

Op zijn 23e krijgt U-niq een contract bij Sony. In 1999 brengt de platenmaatschappij zijn album “Married To Music” uit. Hoewel hij erop samenwerkt met artiesten als Postmen, Sonny D en E-Life brengt het album hem niet het succes waarop hij had gehoopt. ‘De samenwerking met Sony was niet zoals ik het wilde. Het management was niet goed, het gebeurde dat “Married to Music” nota bene in Rotterdam wekenlang was uitverkocht. De chemie ontbrak gewoon, laten we het daar op houden. Ik heb toen gevraagd of ze mijn contract wilden ontbinden.’

 

In 2001 gaat U-niq naar Amerika. Hij werkt er twee weken keihard en komt met dertien tracks terug naar Nederland. ‘Ze konden daar niet geloven dat ik uit Europa kwam. De hiphopindustrie in Amerika was op dat moment zoveel verder gevorderd dan hier. Ik werkte daar met een heel goede producer uit Brooklyn, ik werkte samen met Nas en Guru van Gang Starr.’ In Amerika waren de mensen met wie hij had gewerkt enthousiast, en ze vroegen U-niq te blijven. ‘Ik had daar op dat moment de ballen niet voor. Ik heb in mijn leven zo weinig vastigheid gekend. Het kleine beetje vastigheid dat Rotterdam, mijn moeder en een paar vrienden mij boden durfde ik niet durfde los te laten. Als je het in Amerika niet maakt ben je ook echt de lul, snap je?’

 

U-niq denkt niet dat een Amerikaanse carrière er nog inzit. ‘Het moment is over. Nu zitten ze daar niet meer op mijn muziek te wachten. Ik wil nu ook niet meer weg uit Nederland. Ik heb een dochter, die ik koste wat kost wil zien opgroeien. Ik heb een aantal jonge voetballertjes begeleid die nu op het punt van doorbreken staan. Dat wil ik meemaken, dat is meer waard dan al het geld en alle roem ter wereld.’

 

 

 

First Break

 

Vol goede hoop en met dertien tracks in zijn achterzak komt U-niq terug naar Nederland. Al snel struikelt hij echter over de Nederlandse hiphopindustrie.‘Het tempo lag hier zo verschrikkelijk laag. Hiphop werd op dat moment nog tegengehouden door Hilversum. De boekers en de programmeurs zagen nog niet dat er geld met hiphop te verdienen was. The Box bestond toen nog maar net. Er waren nog maar weinig hiphopfans en die woonden ook nog eens enorm verspreid door het land.’

 

Tot overmaat van ramp raakt U-niq in die periode ook nog de in Amerika opgenomen tracks kwijt. ‘Ik had geen stabiele thuissituatie en in die chaos zijn ze gewoon verloren gegaan. Daar baal ik nog iedere dag van. Als ik die tracks ooit nog zou kunnen terugkrijgen, echt, mensen zouden gek worden. Daar zaten echt pareltjes tussen.’

 

Als artiest blijft U-niq tot 2005 stil. ‘Ik had er gewoon helemaal genoeg van, ik wilde me op andere zaken concentreren.’ Hij krijgt van Sparta de kans om zich als trainer te ontwikkelen. Hij traint talentvolle jongetjes als Emnes, Kogeldans, Strootmans en Wijnaldum. ‘Het is heel gaaf om de ontwikkeling van jonge, talentvolle mensen mee te maken. Om er iets aan bij te dragen.’

 

U-niq ontwikkelt zich tot een trainer naar wie jonge voetballertjes bereid zijn naar te luisteren ‘Ik praat eerlijk met ze. Soms scheld ik ze de huid vol, maar ze weten dat ik liefde voor ze heb. Nog nooit heb ik iemand weggestuurd, zoals op school zo vaak gebeurd. Nooit! Ik weet dat als je een jongetje steunt, als je hem helpt, dat er dan heel mooie dingen uit kunnen komen. Als God mij de tijd geeft dan bouw ik een fundering voor die kinderen, dan geef ik ze iets waar ze in deze harde maatschappij op kunnen terugvallen. In “probleemjongeren” geloof ik niet. Met de juiste ondersteuning kan je ook hen stimuleren om het beste uit het leven te halen. Ik weet waar ik het over heb, zelf heb ik die ondersteuning nooit gehad.’

 

 

 

Nederlandstalig

 

In 2005 besluit U-niq toch weer te gaan rappen, in het Nederlands dit keer. ‘Ik heb het nodig om te rappen, om muziek te maken en verhalen te vertellen.’ U-niq belt daarom Kees de Koning op. ‘Hij loopt als een rode draad door mijn muziekcarrière. Hij was natuurlijk indertijd al betrokken bij Postmen en hij loopt al jaren in dezelfde scene rond als ik. Ik vertelde hem dat ik Nederlandstalige rap wilde gaan maken en hij was meteen enthousiast.’

 

Met het album “Rotterdam”, dat in 2006 door Top Notch wordt uitgebracht zet U-niq niet alleen zichzelf weer op de hiphopkaart. Ook vestigt hij de aandacht op Rotterdam als natuurlijk thuishaven van de Nederlandse hiphop en introduceert hij een aantal hiphoptalenten, waaronder Winne.

 

In 2008 komt U-niq met zijn tweede Nederlandstalige album: “Het Kapitalisme.” Hierop werkt hij samen met ondermeer Winne, Shyrock en de rappende voetballer Royston Drenthe. Hierna houdt hij weer een tijdje op met het maken van muziek. ‘Ik heb nooit bedacht dat ik definitief zou stoppen met rappen,’ zegt U-niq. ‘Niet in 2002 en ook niet in 2008. Maar als je een tijdje stil bent gaan mensen vragen stellen, dan willen ze weten waar je mee bezig bent. Na “Het Kapitalisme” kreeg ik de kans me te ontwikkelen als spelersbegeleider. Dat is een ontzettend interessant beroep waarin ook nog eens geld te verdienen is. Daar wilde ik me een tijdje op kunnen focussen. Daarom heb ik toen geroepen: “Ik ben gestopt.” Om van het gezeur af te zijn. Maar voor mij is het nooit een vraag geweest of ik nog een keer terug zou komen.’

 

 

 

Scheepsrecht

 

In de periode dat hij zich bezighoudt met het begeleiden van jonge voetballer merkt hij dat hij gemist wordt in de hiphopscene. ‘Ik merkte dat de scene een beetje stil kwam te liggen. Eigenlijk is Hef de enige die in die periode echt is doorgebroken. Hij heeft dat op zijn eigen manier gedaan, daar heb ik respect voor. Maar voor de rest was het wel stil. Daaraan merkte ik dat ik een bepaalde energie inbreng in de Nederlandse scene. Je ziet het nu ook. Nu ik met “Scheepsrecht” weer terug ben gebeurt er weer van alles. Misschien merken niet alle consumenten dat, maar de artiesten merken dat zeker. Ik vind het tof dat ik op deze manier iets kan bijdragen aan de Nederlandse hiphopscene, dat ik het naar een hoger plan kan tillen.’

 

Ook wil U-niq met “Scheepsrecht” iets doen aan het beeld dat men van hem heeft. ‘Ik heb het idee dat mensen mij soms zien als een moeilijke rapper. Als een zeurkous. Zo ben ik helemaal niet; ik ben oprecht. Ik wilde lange tijd de manier waarop er met hiphop wordt omgegaan veranderen. Ik wilde dat er minder plaats was voor vriendjespolitiek, en meer voor talent. Dat wil ik nog steeds, maar mijn benadering is veranderd. Ik ben rustiger geworden. Ik wil nu gewoon goede hiphop maken en daar wil ik rendement uit halen. Rendement in de vorm van goede reacties en genoeg geld om te leven. Maar wat ik vooral wil is met mijn muziek kansloze jongeren bereiken. Ik heb daarom mijn best gedaan een aantal tracks te maken waar je als luisteraar écht iets mee kan, waar je iets aan hebt. Als ik zo jongeren kan bereiken en als ik ervoor kan zorgen dat zij een beter mens worden, dan heeft mijn muziek écht waarde.

Lees verder op U-niq010.nl