In klimaatkringen gaat al een eeuwigheid een cartoon van Joel Pett rond. We zien een wetenschapper die de voordelen van het aanpakken van klimaatverandering opsomt: energieonafhankelijkheid, groene banen, gezonde kinderen, leefbare steden. En een toehoorder die zegt: ‘Wat nu als het hoax is en we voor niets een betere wereld creëren?’
Ik moest daaraan denken toen ik een berekening zag van Marshall Burke, onderzoeker aan de universiteit van Stanford. Hij stelt dat het stilleggen van de Chinese economie vanwege corona ervoor zorgt dat de uitstoot van fijnstof dramatisch daalt. Hierdoor zouden uiteindelijk méér mensen langer leven dan er zijn gestorven aan het virus. Burke schrijft zelf dat de les hiervan niet is dat een pandemie goed is voor de volksgezondheid. Hij neemt bijvoorbeeld alleen de fijnstofuitstoot mee, niet de sociale en economische disruptie. Ook is onduidelijk hoe de fijnstofuitstoot zal toenemen, als de Chinese economie straks weer opveert.
Wat hij echter wél duidelijk maakt, is dat de fossiel-economische status quo allerlei onbedoelde neveneffecten heeft, die we niet meerekenen als we het hebben over economische groei of -krimp. Vliegvelden, kolencentrales en snelwegen leveren extra ziektedagen op, een kostenpost die niet door de industrie maar door de de samenleving moet worden opgehoest. Alleen omdat we die ziektedagen geen waarde toekennen, kunnen vliegtickets zo goedkoop zijn, is steenkoolstroom (soms) goedkoper dan zonnestroom en vinden we het normaal om twee keer per dag een uur in de file te staan.
Wat dat betreft biedt de coronacrisis een hoopvol inzicht in de klimaatcrisis. Kennelijk lukt het ons nu wel om maatregelen te nemen die van oudsher als kostenpost worden gedefinieerd, maar die we maatschappelijk niettemin belangrijk vinden. Wellicht dat het coronavirus ons ervan doordringt dat de rekensom die we maken met betrekking tot de ‘kosten’ van klimaatverandering, een fossiel-economische rekensom is. Energieonafhankelijkheid, groene banen, gezonde kinderen en leefbare steden mogen binnen die rekensom dan geen waarde toegekend krijgen, diep van binnen weten we al lang dat het nastrevenswaardige doelen zijn.