Afgelopen zaterdag mocht ik aanschuiven bij het radioprogramma Nieuwsweekend. De aanleiding was mijn verhaal over Schiphol.
Vraag 1: waarom houd je je eigenlijk met luchtvaart bezig?
Ik gaf daarop intuïtief antwoord: ‘Ik ben klimaatjournalist – en vliegen veroorzaakt klimaatschade.’
Toch is dat niet het hele verhaal, zo zat ik op de terugweg naar huis te denken. Vliegtuigen stoten weliswaar CO2 uit, maar wereldwijd is dat ‘slechts’ 2 tot 3 procent van het totaal. Landbouw zit op ongeveer een kwart.
Wat de luchtvaart echter interessant maakt, is dat deze sector blijft inzetten op groei. Dat betekent dat de luchtvaart in 2050 een aanzienlijk groter deel van de CO2-uitstoot voor zijn rekening zal nemen – volgens sommige schattingen loopt dit op tot 27 procent. Hierdoor wordt de uitstootreductie die in andere sectoren geboekt wordt, door de luchtvaart weer teniet gedaan.
Daarom ben ik me als journalist gaan focussen op de vraag wáárom de luchtvaartsector eigenlijk moet blijven groeien. Gaandeweg krijg ik het gevoel dat hier een fundament van drogredenen en halve waarheden aan ten grondslag ligt.
Eerst zou luchtvaart de enige vorm van transport zijn die zijn eigen broek ophoudt. Afgelopen zomer toonde ik volgens mij overtuigend aan dat dit niet klopt.
Toen zou Schiphol gebruikt worden door hardwerkende Nederlanders, die van hun zuurverdiende vakantie gaan genieten. Afgelopen week liet ik zien dat ook dat niet klopt.
Vervolgens zou de Nederlandse economie afhankelijk zijn van de connectiviteit die Schiphol en KLM bieden. Totdat je een beetje onderzoek doet en erachter komt dat er tal van Europese landen zijn zónder transferluchthaven, maar met niettemin een functionerende economie.
Dan weer zou een gigantisch Schiphol nodig zijn voor de werkgelegenheid. Momenteel ben ik daar onderzoek naar aan het doen – en ook dat argument lijkt meer op bangmakerij gebaseerd dan op solide economisch onderzoek. (Ik kom daar later uitgebreid op terug, maar wat in ieder geval meespeelt is dat veel werknemers, als ze niet op Schiphol zouden werken, heel eenvoudig ergens anders aan de slag zouden kunnen.)
Kortom. Hoe meer onderzoek ik doe, hoe meer het erop lijkt dat Schiphol en KLM zich simpelweg niet kunnen voorstellen dat ze moeten veranderen – en daar vervolgens de economische argumenten bij zoeken. Dat vind ik als klimaatjournalist eindeloos fascinerend. We weten dat de economie flink anders moet worden ingericht om de klimaatcatastrofe af te wenden, maar telkens stellen we die beslissing uit. En om die onwil te rechtvaardigen, slepen we de economische drogredenen er aan de haren bij.
Dat is fascinerend. En tegelijk het langere antwoord op de vraag waarom ik me als klimaatjournalist met de luchtvaart bezighoud.