Anderhalve week geleden legde econoom Walter Manshanden in een veelgelezen interview op Follow the Money uit waarom het Nederlandse Mainportbeleid aan herziening toe is. Kort gezegd: de economische basis waarop dit beleid is gebouwd, bestaat niet meer.

Het interview past in een patroon. Sinds enkele jaren klinkt namelijk vaker kritiek op het Mainportbeleid. Een steeds grotere haven in Rotterdam en steeds meer vliegtuigen op Schiphol: hoe lang wegen de voordelen daarvan nog op tegen de nadelen? Volgens mij is dat een belangrijke discussie, omdat in essentie de vraag gesteld wordt wat voor economie Nederland in de toekomst wil hebben. Het valt me daarom tegen dat juist Rotterdam en Schiphol in die discussie zo stil zijn.

Gisteren publiceerde CE Delft in opdracht van de stichting Natuur & Milieu bijvoorbeeld een kritische analyse (pdfvan de argumenten die gebruikt worden om Schiphol te laten groeien. Hun conclusie: ‘Er zijn geen redenen om aan te nemen dat de Nederlandse economie schade zou oplopen van een matiging van de groei of een beperkte krimp van de luchtvaart.’

De KLM reageerde verbolgen. ‘Op de belangrijkste conclusies ontbreekt bewijsvoering of onderbouwing.’ Op die bewering volgt vervolgens, ironisch genoeg, geen bewijs of onderbouwing.

Schiphol stelt dat het de argumenten die CE Delft onderzoekt ‘niet op die manier’ gebruikt. Letterlijk klopt dat. Stelling 2 luidt bijvoorbeeld: ‘Capaciteitsrestricties op Schiphol betekenen het einde voor Schiphol als hub-luchthaven en ineenstorting van het netwerk.’ Die woorden zijn inderdaad nooit exact zo door Schiphol gezegd. Maar drie weken geleden zei de luchthaven wel dat ‘het netwerk van Schiphol’ voor Nederland belangrijk is en dat het ‘vanuit die gedachte’ pleit voor een groei van het aantal vluchten. Luchtvaartminister Cora van Nieuwenhuizen stelde eerder in de Volkskrant: ‘Ik denk dat je niet kunt zeggen: “Dit was het voor eeuwig, die 500 duizend vluchten.” Dan ga je gewoon de boot missen ten opzichte van andere vlieghubs in Europa. [..] Het is niet zo dat je zonder groei van Schiphol wel die 326 bestemmingen kunt vasthouden.’

Het instandhouden van het netwerk van Schiphol wordt door zowel de luchthaven als de minister wel degelijk gekoppeld aan groei. Dat Schiphol nu doet alsof het dat argument nooit heeft gebruikt is dus onwaar. De enige kanttekening die je kunt plaatsen, is dat het argument door CE Delft en Natuur & Milieu wat stellig is opgeschreven.

Maar veel belangrijker: ik hoor Schiphol niet over hoe het een maatschappelijk relevante rol kan blijven spelen als het onverhoopt niet tot boven de half miljoen vluchten per jaar mag groeien. Wat gaat de luchthaven dan doen? Hoe blijft dit overheidsbedrijf dan maatschappelijke waarde creëren? In plaats van die vraag te beantwoorden, doet de vlieghaven alsof elke extra vakantievlucht naar Kos/Marbella/Alanya helemaal jubelsupergeweldig is voor de Nederlandse economie, en dat als die vlucht niet meer kan plaatsvinden, het internationale netwerk afbrokkelt.

Dit zie ik ook bij het Havenbedrijf Rotterdam. Deze weken wordt binnen de Rotterdamse politiek de Havenvisie bediscussieerd. Vorige maand analyseerde ik de eerste versie van die visie, waarbij het me opviel dat de haven zich geen enkel ander scenario kan voorstellen dan groei. Het Havenbedrijf onderkent dat klimaatverandering grote uitdagingen meebrengt voor het industrieel complex, maar kan zich niettemin alleen een toekomst voorstellen met meer investeringen, meer toegevoegde waarde, meer werkgelegenheid en een hogere internationale ‘ranking’.

Ik vind dit teleurstellend. Schiphol lijkt te denken dat elk extra vliegtuig geweldig is voor de Nederlandse economie, los van de vraag waar dat vliegtuig naartoe gaat of wie erin zit. Rotterdam lijkt te denken dat elke extra ton overslag geweldig is voor de Nederlandse economie, los van de vraag wat er dan precies overgeslagen wordt. Ze doen me denken aan twee aan winegums verslaafde kleuters met kleurstofallergie, hyperactief en zo misselijk van de snoepjes dat ze straks hun gezonde avondmaaltijd niet meer lusten.

En eigenlijk verwacht ik meer van deze twee paradepaardjes van Nederland.