Afgelopen week kwam Shell met opmerkelijk nieuws. Het bedrijf gaat automobilisten de mogelijkheid geven om 1 eurocent extra per liter benzine of diesel te betalen, waarmee de CO2-uitstoot van de brandstof gecompenseerd zou worden.
Het voornemen leidde tot heftige reacties. ‘Dit is BS! CO2-neutraal tanken bestáát niet. De enige manier om CO2-neutraal te tanken is níét te tanken’, schrijft meteoroloog Gerrit Hiemstra op Twitter. Zijn collega Peter Kuipers Munneke: ‘Hmmm slechte timing, precies een week te laat voor een 1-aprilgrap.’
Dat is moralistisch. Ongetwijfeld is het beter om geen benzine te verstoken, maar zolang elektrisch/openbaar/zelfrijdend vervoer nog niet overal en voor iedereen beschikbaar is, zou dit dan niet een mooie tussenoplossing kunnen zijn? Ik was nieuwsgierig en besloot eens in de logica achter Shells voornemen te duiken.
Allereerst de rekensom. Bij het verbranden van een liter benzine komt 2,22 kilogram CO2 vrij. Bij een liter diesel is dat 2,58 kilo. Met 1 cent per liter extra kom je dus op respectievelijk 4,50 en 3,88 euro per ton CO2-uitstoot uit.
Dat lijkt mij een extreem laag bedrag. Het recht om een ton CO2 uit te stoten, wordt binnen de Europese Unie verkocht voor ongeveer 25 euro. De maatschappelijke schade die het uitstoten van een ton CO2 veroorzaakt, is flink hoger. Wetenschappers hebben hier allerlei berekeningen op losgelaten en komen dan uit op een bedrag tussen de 61 en 326 euro per ton. Dat die schade te voorkomen zou zijn met een investering van circa 4 euro per ton, nou ja, dat klinkt nogal als een sweet deal.
Dit kan zeker, stelt Gert-Jan Nabuurs, hoogleraar Europese bossen te Wageningen. Daarbij moet dan wel opgemerkt worden dat Shell een goedkope vorm van vorm van CO2-compensatie kiest, namelijk het voorkomen van ontbossing in de tropen. Nabuurs: ‘Dit is goedkoop, omdat de groeisnelheid van bomen daar erg hoog is. Ook zijn de arbeidskosten daar laag. Bovendien hoef je geen land te kopen: het bos is er immers al, het hoeft alleen maar beschermd te worden.’
Het compenseren van CO2-uitstoot door middel van bosbescherming is aan voorwaarden gebonden. Nabuurs: ‘In de eerste plaats moet je voorkomen dat de ontbossing niet gewoon verschuift, dan schiet je er netto niets mee op. Bovendien moet de CO2 erg lang in de bomen opgeslagen worden, vijftig tot honderd jaar zeker. Je bent dan afhankelijk van goed bestuur, betrouwbare wetten en een functionerende bosdienst.’
Dat laatste kan problematisch zijn. Nabuurs noemt het voorbeeld van Brazilië. ‘Daar hadden ze een heel goede boswet, waarmee ontbossing stevig werd teruggedrongen. Maar nu is er een nieuwe regering aan de macht, die weer wil gaan kappen in het Amazonegebied.’
CO2-compensatie werkt dus alleen als de CO2 voor lange tijd wordt vastgehouden. Daarvoor zijn goed werkende instituten nodig. Shell wil gaan investeren in boomprojecten in Peru, Indonesië en de Verenigde Staten. Je kunt je afvragen of de instituten daar sterk genoeg zijn om de langetermijnhorizon rondom CO2-compensatie te garanderen.
Aan de andere kant voorspellen alle klimaatmodellen dat CO2-compensatie in de een of andere vorm nodig is om de klimaatdoelen van Parijs te halen. De problemen waar Shell nu tegenaan loopt, kun je dus ook zien als problemen die hoe dan ook een keer opgelost zullen moeten worden. Misschien is Shell, met daarachter de kritische Nederlandse automobilist, een goede partij om een betrouwbare CO2-compensatie in de tropen te garanderen?
Wat vind jij? Zie je de actie van Shell als greenwashing of zie je kansen? En wat vind je ervan dat de verantwoordelijkheid voor CO2-compensatie van benzineverbranding bij de automobilist wordt neergelegd?
Genoeg voer voor een vrolijk debat tijdens de vrijdagmiddagborrel 🙂