Oké, nog eentje dan: one for the road. Vers Betons Ties Joosten over wat De Schouw zo stam maakt.
Zij die zich in een nieuwe stad vestigen, rampspoedvluchtelingen en arbeidsmigranten daargelaten, delen een nieuwsgierigheid die in de spiegel de arrogantie ontmoet: in de oude woonplaats kon de kennelijk o zo rijke geest niet ontplooien en dus moest de nieuwe stad gezocht worden. Deze arrogantie wordt duur betaald. De banden met het oude worden doorgesneden, de heemstede wordt geofferd aan de horizon.
Aldus moet de Nieuwkomer op zoek naar nieuwe geborgenheid. Natuurlijk zijn er kerk en verenigingsleven, maar de geest werd niet vrijgevochten om hem vervolgens te binden aan oude, door anderen geschreven regels. Eigen wetten maken bij zelf gezochte grenzen, dáár was het nu juist om te doen. Wat blijft dus over op die oceaan van het nieuwe tussen al die schepen van geborgen en getogenheid: het donkerbruine drijfhout van de stamkroeg.
Niet elke kroeg voldoet. Natuurlijk niet. Zo is het van belang dat de kroeg is zoals ze was, de verandering moet er buiten blijven. Bovendien moet zoals ze was gemeengoed zijn, zodat ze zich laat toe-eigenen door de dorstige Nieuwkomer. De Tarzanbocht moet de Tarzanbocht heten, maar belangrijker nog is dat niemand meer weet waarom. Iedereen mag een lievelingsposter hebben, niemand mag er een ophangen. Of de kroeg nu goed of fout was in de oorlog moet een eeuwig debat tussen drinkers blijven.
Hoe wordt zo’n kroeg nu stam? Vaak komen helpt, maar het gevaar van de eeuwige toeschouwer blijft. Nee, wat nodig is, is een oorlog. Van Frederic Henry en Rinaldi in Hemingways A farewell to arms tot kapitein Nathan Algren en Katsumoto in Edward Zwicks The Last Samurai wordt immers geleerd dat niets meer verbroedert dan de gezamenlijke strijd.
Wat dat betreft waren wij gelukkig toen de kroeg een nieuwe eigenaar zocht. Eindelijk konden we aan de juiste kant van de geschiedenis staan, want De Schouw behoorde Tineke toe, zoveel was wel duidelijk. Nog herinner ik me het afgewende hoofd als we er langs liepen, minachtend over de ‘Schouw-shooters’ die er nu verkocht werden.
En toen, de overwinning. De bloemen op de bar omdat gelukkig alles bij het oude bleef. Aan elkaar doorvertellen dat De Schouw was gered. Tineke, die heerlijk normale biertjes tapt. En temidden van dat al een jongen uit Millingen aan de Rijn die in Rotterdam zijn stamkroeg gevonden heeft.