De berichten over toenemend aardbevingsgevaar in Groningen en het advies van het Staatstoezicht Op De Mijnen (SODM) om de gaskraan (gedeeltelijk) dicht te draaien zijn wel het laatste dat de aardgasindustrie op dit moment kon gebruiken. Het gaat namelijk beroerd met de sector, die zich door de opkomst van schaliegas, steenkool en duurzame energiebronnen (wind, zon) aan alle kanten voorbij gestreefd ziet worden. Al jaren zoekt de gassector daarom naar een nieuw toekomstperspectief.
Ieder jaar komen bestuursleden en lobbyisten van de Europese gasbedrijven in sjieke conferentiehallen bijeen om over de toekomst van hun sector te praten. Het rapport dat afgelopen november over deze Europese Gasconferentie in Wenen werd opgesteld is ronduit somber te noemen. Op de vraag hoe de lobbyisten en bestuursleden de toekomst zien sprak maar liefst 88 procent de verwachting uit dat de komende jaren alleen maar slechter zullen zijn. Bij de vraag in “welke brandstof de komende vijf jaar in Europa het meest geïnvesteerd zal worden?” noemde slechts 11 procent van de aanwezigen het eigen gas. Windenergie (42 procent), zonne-energie (28 procent) en steenkool (13 procent) waren zelfs volgens de gassector allemaal populairdere brandstoffen om in te investeren.
De malaise in de gassector heeft verschillende oorzaken. Zo is het sinds een aantal jaren in de Verenigde Staten commercieel rendabel om schaliegas te winnen. Hierdoor blijft Noord-Amerika met grote steenkoolvoorraden zitten, die tegen dumpprijzen op de Europese markt worden aangeboden. Hierdoor wordt gas uit de markt gedrukt.
Daarnaast beginnen de miljardeninvesteringen in duurzame energie in vooral Duitsland hun tol te eisen. “Investeringen in duurzame energie zijn nog altijd relatief hoog”, zegt Rick Bosman van het Rotterdamse onderzoeksbureau naar duurzame transitie Drift. “Maar als je ze eenmaal hebt gedaan is de energie die het oplevert nagenoeg gratis.” Daar komt bij dat grote hoeveelheden elektriciteit zich nog altijd moeilijk laten opslaan. Nu al gebeurt het soms dat duurzaam opgewekte energie tegen negatieve prijzen het Europese stroomnet opgepompt wordt. Gascentrales kunnen daar onmogelijk tegen concurreren: daar moet gas, en dus geld, in om ze draaiende te houden. Bosman: “Als het in Duitsland waait gaat in Nederland het gas uit.”
Juist in gasland Nederland – met de grootste aardgasproducent ter wereld Shell en het grootste gasveld van Europa in Slochteren binnen de landsgrenzen – beginnen deze ontwikkelingen zich te wreken. Alleen vorige maand al werd een streep gezetdoor de bouw van een gasgestookte energiecentrale in de Groningse Eemshaven en kondigde elektriciteitsproducent GDF Suez aan één tot vier Nederlandse gascentrales te gaan sluiten. Ondertussen worden in de Eemshaven en in de Rijnmond wel vier (!) op steenkool gestookte elektriciteitscentrales neergezet. Omdat steenkool minimaal tweemaal zoveel CO2 uitstoot als gas doet zich de bizarre situatie voor dat wij in Nederland onze duurzaamheidsdoelen niet dreigen te gaan halen omdat we Amerikaans steenkool verbranden.
In de zoektocht naar een nieuw toekomstperspectief kijkt de gassector daarom steeds vaker naar de duurzaamheidsbeweging. Zo lobbyden gasbedrijven Shell, Eneco en Dong Energy samen met Stichting Natuur en Milieu tijdens de politieke onderhandelingen voor het Lente-akkoord samen voor een kolenbelasting (die er ook kwam). In Brussel is zelfs een gemeenschappelijke lobbygroep voor duurzame energie en gas opgericht die erin is geslaagd om gas als ‘duurzame energiebron’ te laten kwalificeren door de Europese Unie.
De gassector probeert dus een schoner en duurzamer imago te creëren. De aardbevingen rond het Groninger Veld, die aangeven dat ook de gasproductie schadelijk kan zijn voor mens en milieu, kan de sector dan ook missen als kiespijn.
Dit artikel verscheen eerder op het permablog van De Nieuwe Pers.