Sinds een paar weken waart op het internet een foto van het nieuwe Centraal Station van Rotterdam rond. Onder de opvallende metalen overkapping van het gebouw zijn door de maker wat groene blaadjes sla, een paar stukjes shoarmavlees en een dikke goudgegrilde kaasplak gephotoshopt. De metalen stationsoverkapping is het aluminium bakje dat de kleverige maaltijd bij elkaar houdt. De boodschap is duidelijk: het nieuwe stationsgebouw van Rotterdam is een architectonisch monument voor het frietje kapsalon.
Om meerdere redenen is dit een toe te juichen boodschap. In de eerste plaats hoort in Rotterdam een monument voor het frietje kapsalon thuis. De snack is immers in de havenstad uitgevonden. Zo’n tien jaar geleden ontstond het gerecht in shoarmazaak El Aviva aan de Schiedamseweg. De eigenaar van een nabij gelegen kapperszaak liet er geregeld een maaltijd samenstellen van zijn favoriete ingrediënten: friet, shoarma, knoflooksaus, sambal, kaas en salade. De shoarmazaak ging deze caloriebom ‘friet kapsalon’ noemen en de rest is geschiedenis. Tot in diep donker België kan je de maaltijd tegenwoordig bestellen.
Daarnaast is de friet kapsalon natuurlijk de belichaming van het Rotterdams multiculturalisme. Waar Haagse politici elkaar om elke haattweet van een blonde gedoogclown de tent uitvechten, bewijst de snackbar om de hoek dat shoarma en sambal uit het Midden-Oosten en patat en kaas uit Holland prima kunnen samenwerken. Succesvol samenleven begint bij culinaire integratie. En natuurlijk vindt culinaire integratie in Rotterdam niet plaats binnen de muren van het fusionrestaurant met een Michelinster. Nee, culinaire integratie vindt hier plaats in de keuken waar de gewone man na een lange dag zwoegen of zuipen zijn 1800 calorieën-zware voedingsbom haalt. Precies: in shoarmazaak El Aviva.
Tenslotte stelt de architectonische boodschap van het nieuwe stationsgebouw ons in staat om een oude Rotterdamse traditie te vieren. De bewoners kennen immers het kunstwerk Santa Claus van Paul McCarthy niet. Wel kennen zij Kabouter Buttplug. Rotterdammers hebben het niet over het winkelgebied aan de Beusrtraverse, ze hebben het over de koopgoot. Ze hebben het niet over de Rijnhavenbrug naar het prostitutiegebied in Katendrecht, ze hebben het over de Hoerenloper. Vanaf 2013 zullen wij dan ook niet reizen van en naar Rotterdam Centraal. Welnee. We gaan naar Station Kapsalon.
Hij bekt niet, daarom wordt het m niet. ‘De Kapsalon’ misschien, maar dat vergt wel wat intertekstuele kennis.