De Fairphone, ’s werelds eerste ecologisch verantwoorde, fairtrade smartphone, gaat vanaf komende maandag in de voorverkoop. Oprichter van het Nederlands-Britse bedrijf Bas van Abel hoopt de komende weken minimaal vijfduizend telefoons voor 325 euro per stuk te verkopen, om met de productie van start te kunnen. Vlak voordat hij naar China vliegt om de onderhandelingen met de producent van de Fairphone af te ronden, sprak De Nieuwe Pers met hem.
325 euro vragen voor een telefoon die nog niet bestaat. Dat is een aparte marketing strategie.
“Dat klopt. Je moet het ook eigenlijk zien als een soort crowdfundingsactie. Het geld is bedoeld om de productie van de Fairphone mogelijk te maken. Mensen die hem kopen krijgen hem dan ook pas in oktober.”
Waarom hebben jullie voor dit model gekozen?
“Omdat wij onze onafhankelijkheid willen waarborgen. We hebben al verschillende partijen over de vloer gehad die in ons wilden investeren, maar die hebben we de deur gewezen. Wij vinden dat we niet een radicaal andere telefoon kunnen maken, en tegelijk onderdeel kunnen zijn van een elektronicagigant.
Gelukkig hebben we de afgelopen tweeënhalf jaar een grote achterban opgebouwd. Inmiddels hebben al meer dan twaalfduizend mensen aangegeven dat ze een bericht willen krijgen als de Fairphone eraan komt. Dat moment is nu. Ik ga er dan ook van uit dat we die eerste twaalfduizend telefoons makkelijk gaan verkopen.”
Maar krijgen die mensen dan wel waar voor hun geld? 325 euro is toch een boel geld voor een ecologisch hebbedingetje.
“Jazeker! Sterker nog: ik kan nu wel vast verklappen dat de Fairphone in oktober op technisch vlak kan concurreren met alle andere smartphones uit zijn prijsklasse.”
Hoe kan dat nou? De hogere investeringen in duurzamer grondstoffen en betere arbeidsomstandigheden maken de Fairphone toch duurder dan zijn concurrenten?
“Dat valt wel mee. Ik ga nu bijvoorbeeld naar China om te onderhandelen met de producent. Zij hebben een openingsbod gedaan en als ik daarover nu scherp zou gaan onderhandelen krijg ik misschien twee of drie euro van de productiekosten per telefoon af. Maar dat ga ik dus niet doen. Ik ga ze aanbieden dat openingsbedrag gewoon te betalen, maar dan heb ik wel een hele waslijst met eisen over hun arbeidsomstandigheden en wil ik dat ze transparant zijn over hun productieketens en toeleveranciers.
Voor onze Congolese toeleveranciers van bijvoorbeeld tin geldt hetzelfde. We hebben veel moeite gedaan om conflictvrije handelsrelaties op te bouwen en leveranciers te vinden die hun mijnwerkers eerlijk behandelen. Maar onze tin is per Fairphone is nog steeds slechts 0,10 of 0,20 cent duurder dan die in andere smartphones. De consumentenprijs heeft dus niet zo veel te lijden onder de eerlijker arbeidsomstandigheden en duurzamer materialen. “
Maar als dat zo weinig kost, waarom kiezen andere fabrikanten hier dan ook niet voor?
“Omdat zij winstmaximalisatie als centrale doelstelling hebben! Wij niet, wij hebben sociale waarden centraal staan in onze onderneming. Ik vind dat ware innovatie pas plaatsvindt als sociale en technologische ontwikkelingen samenvallen. Geld moet ook verdiend worden, maar alleen om deze sociaal-technologische ontwikkeling te stimuleren. Bij ‘normale bedrijven’ is de technologische ontwikkeling juist ondergeschikt gemaakt aan de financiële.
Daarnaast leven we in een wereld van volumes. Wij maken slechts een paar duizend Fairphones en hebben geen aandeelhouders, dus een meerprijs van een paar dubbeltjes voor je tin maakt dan niet zoveel uit. Maar als je tientallen miljoenen telefoons maakt is dat een ander verhaal.
Verder hebben wij weinig overheadkosten. Omdat wij de eerste duurzame smartphone proberen te produceren, krijgen we veel gratis publiciteit. We geven daarom geen geld uit aan marketing. Tenslotte bestaat ons bedrijf uit slechts zeven personen, dus die kosten vallen ook wel mee.”
Waarom is die sociaal-technologische innovatie volgens jou zo van belang?
Volgens mij is het grootste probleem van deze tijd dat we vervreemd zijn geraakt van onze eigen systemen. Mensen zijn bijvoorbeeld boos op het financiële systeem, maar protestacties daartegen lijken vrij zinloos omdat jouw geld via jouw pensioenfonds gewoon in dezelfde banken wordt geïnvesteerd. De systemen waartegen we vechten zijn veel te abstract geworden. Multinationals zijn niets meer, en tegelijk zijn ze alles.
Ondertussen zie ik veel technologische ontwikkeling waarbij ik me afvraag: ‘Wat is waarde?’ Het lijken vaak oplossingen voor niet bestaande problemen, terwijl er in de wereld nog zoveel te verbeteren valt.
Ik vind daarom dat echt waardevolle innovatie pas plaatsvind wanneer technologische en sociale ontwikkelingen samenvallen. Echt waardevolle innovatie herstelt de vertrouwensrelatie tussen de mensen en hun systemen. Met de Fairphone proberen wij daar onze bijdrage aan te leveren.”
Dit artikel verscheen eerder op het permablog van De Nieuwe Pers.