Vorige week schreef ik in mijn nieuwsbrief over problemen bij de uitbreiding van het Rotterdamse warmtenet naar Leiden.
Vandaag wil ik het graag hebben over een ander probleem bij warmtenetten. Namelijk, over de vraag hoe de prijs bepaald wordt die mensen met een warmteaansluiting betalen.
Om te beginnen moet je begrijpen dat er een fundamenteel verschil bestaat tussen huizen die verwarmd worden door middel van het verstoken van aardgas en huizen die verwarmd worden door heet water uit een afvalverbrander, elektriciteitscentrale, datacenter of anderszins.
In Nederland kan je namelijk kiezen tussen bijna 60 gasleveranciers, die samen honderden verschillende contracten aanbieden. Bij een warmteaansluiting zit je echter vast aan één warmtebron. Het warmtenet in Nijmegen wordt bijvoorbeeld gevoed door de afvalverbrander in Weurt, het warmtenet in Tilburg wordt gevoed door de Amercentrale van RWE en de warmtenetten in Amsterdam en Almere zijn aangesloten op de Nuon-centrale in Diemen. Deze partijen hebben dus een monopolie op het warmtenet dat ze bedienen.
Om te voorkomen dat zij hun klanten het vel over de oren trekken, bestaat er een wettelijk maximum op de warmteprijs. Dit maximum is gekoppeld aan de gasprijs: mensen met een warmteaansluiting mogen niet meer aan de verwarming van hun huis kwijt zijn dan mensen met een gasaansluiting.
Hier wringt de schoen. De belasting op aardgas wordt namelijk verhoogd, omdat de overheid wil dat mensen minder gas gaan gebruiken. Dientengevolge stijgt óók de prijs voor mensen die in één van de 600.000 Nederlandse huizen met een warmteaansluiting wonen. Terwijl zij hun huizen juist verwarmen met een alternatief voor aardgas en bovendien geen kant op kunnen.
De meeste experts zijn het er dan ook over eens dat die koppeling met de gasprijs moet worden losgelaten. In diverse belangenclubs bestaat boosheid jegens de overheid die deze ontkoppeling maar niet realiseert.
Wat ik echter niet begrijp, is waarom deze boosheid zich niet wat meer op de warmteleveranciers richt. Zoals ik al schreef: die koppeling met de gasprijs levert een maximum warmteprijs op. Daar mag je als leverancier best onder gaan zitten. Hoewel de spelregels best een beetje beter kunnen, maken de huidige spelregels wel degelijk een eerlijke warmteprijs mogelijk. Het is toch niet vreemd om de verantwoordelijkheid daarvoor in de eerste plaats bij de leveranciers te leggen?
Ik ben benieuwd hoe een eerlijke maximumprijs in de toekomst bepaald kan worden. Een monopoliepositie van de leveranciers blijft namelijk voorlopig nog wel een kenmerk van de meeste warmtenetten. Hoe kan de overheid zonder een koppeling met de gastarieven dan zorgen voor een eerlijke maximumprijs?
Food for thought.