Afgelopen week bracht mijn oude liefde Vers Beton een gave game uit, waarin je kan onderzoeken of je een groene of grijze havenmeester bent. Je krijgt 6 dilemma’s voorgeschoteld, waarbij je telkens zelf de knoop mag doorhakken hoe jij de haven op een fossielarme toekomst zou voorbereiden.
De antwoordkeuzes zijn altijd binair, wat je mening geven soms lastig maakt. Moet er bijvoorbeeld een warmtenetwerk komen, waarbij huizen in Rotterdam worden aangesloten op chemische industrie en kolencentrales? Die vond ik lastig, want zoals ik vorige week schreef lijkt een aansluiting op de chemische industrie me zinvoller dan op steenkoolcentrales. Nog zo’n vraag, over die kolencentrales: verplicht je ze om op biomassa over te stappen, of sluit je ze per 2030?
Wat ik niettemin gaaf vind, is dat de game van Vers Beton iets duidelijk maakt wat ik langer zie gebeuren: Rotterdam interesseert zich weer meer voor zijn haven. Lange tijd leek de haven een wereld op zichzelf, waarin weliswaar wat Rijnmonders werkzaam zijn, maar waar Rotterdammers en de Rotterdamse politiek zich verder verre van hielden. Het Havenbedrijf nam zijn eigen beslissingen.
Dat lijkt te veranderen. Steeds meer Rotterdammers beseffen zich dat ze in de CO2-intensiefste stad van Nederland wonen, terwijl het nieuwe Rotterdamse college een grotere betrokkenheid van de stad bij de haven wil. Volgend jaar komt er zelfs een compleet nieuw Klimaatakkoord in Rotterdam, met natuurlijk speciale aandacht voor de haven.
Oftewel: hoe Rotterdam langzaam weer meer een havenstad lijkt te worden.