TDTMCM sponsorloopDe markt voor fysieke albums is volledig ingestort, maar ondertussen neemt het aanbod van nieuwe muziek almaar toe. Voor beginnende bandjes wordt het daardoor steeds lastiger om geld te verdienen, terwijl de behoefte om op te vallen en jezelf in de kijker te spelen groter is dan ooit. Hoe doe je dat? De Nieuwe Pers legde deze vraag voor aan twee beginnende Nederlandse bandjes: She’s got Legs uit het Limburgse America en The Don’t Touch My Croque-Monsieurs (TDTMCM) uit Amsterdam-Noord. ‘Netwerken’ is het codewoord.

Alleen maar nadelen van een platencontract

“De muziekindustrie is verwend geraakt”, steekt Willem Driessen van She’s got Legs van wal. “In de jaren tachtig en negentig waren cd’s de manier om aan je muziek te komen. Daarmee werden bakken met geld verdiend. Dat is allang niet meer zo. Je moet het nu veel meer van optredens hebben. Optreden doen wij dan ook zoveel mogelijk, in kroegen en op kleine festivals.’’ Drummer Nout Kooij (Papalino) van TDTMCM is het met Driessen eens: “Het heeft daarom eigenlijk geen zin meer om te tekenen bij een platenlabel. Omdat zij bijna geen cd’s meer verkopen, maken ze veel omvattender deals met hun artiesten. Het is zelfs gebruikelijk dat je dertig procent van ál je inkomsten moet afstaan – van je merchandise, je online verkoop, je optredens. Dan houd je dus echt niets over.”

Terwijl de nadelen van een platencontract dus duidelijk zijn, is het onduidelijk wat nu precies het voordeel is van een label. Kooij: “Vroeger dacht ik dat wanneer je bij een label zou tekenen, je carrière een boost zou krijgen. Dat veel werk je uit handen zou worden genomen en dat je je zou kunnen concentreren op je muziek. De laatste tijd zie ik echter steeds meer artiesten die getekend hebben bij een label, maar die zelf gewoon keihard moeten blijven werken. Platenlabels hebben bijvoorbeeld nauwelijks nog tijd om jouw band een lange periode te promoten, dat moet je toch echt zelf doen.”

Do It Yourself

De muzikanten kiezen er daarom voor om zoveel mogelijk zelf te doen. Om daarbij toch wat geld over te houden, of in ieder geval zo min mogelijk uit te geven, is een goed netwerk ontzettend belangrijk. Driessen: “Wij kennen een Amsterdamse Surinamer, die in de reclamemuziek zit. Onze drummer deed wat werk voor diens bedrijf en daarom mochten wij onze EP ‘The Maze’ in zijn studio opnemen. We zijn vier dagen de studio ingedoken en daar is alles voor ons gemasterd en afgemixt. Dat kostte ons in totaal 600 euro, echt een vriendenprijs. Verder zijn we constant op zoek naar nieuwe connecties, naar mensen die ons verder kunnen helpen. Omdat we bijvoorbeeld  een producent nodig hebben voor onze nieuwe cd, nemen we in augustus in een plaatselijke studio wat ruw materiaal op, om hun interesse te wekken. Daarmee stappen we op muziekproducenten af, om te kijken of zij het in ons zien zitten. Wij zijn ervan overtuigd dat we hiermee de juiste persoon gaan vinden.”

Ook TDTMCM gebruikt zijn netwerk om de kosten zo laag mogelijk te houden. Kooij: “De kleding van de band wordt tegen een onkostenvergoeding gemaakt door de vriendin van de zanger. Onze videoclips worden geschoten door jonge talentvolle videomakers, of door ervaren televisie- en filmmakers die een rocknummer zien als een leuke uitlaatklep. Als je hen de creatieve vrijheid geeft, willen ze je best gratis of tegen een onkostenvergoeding helpen. En voor de videoclip van W R P Raad hebben we contact gezocht met de Piratenpartij. Zij hebben de video betaald, en in ruil mochten zij het nummer gebruiken tijdens de verkiezingscampagne.”

Tegelijk raadt Kooij aan om je fans zo goed mogelijk in te zetten: “Wij hebben in Google Maps een kaart aangemaakt waarop de adressen van iedereen die ooit een cd of T-shirtje bij ons heeft besteld, staan weergegeven. Als we dan in bijvoorbeeld Den Haag moeten optreden, sturen we iedereen daar een stel posters. In ruil voor een gastenlijstplek moeten zij die dan verspreiden in hun stad. En toen we geld nodig hadden om ons eerste album op te nemen, hebben we een sponsorloop op de Dam georganiseerd. Daarmee haalden we bijna tweeduizend euro op. Zo creëer je een directe relatie met je fans en krijg je ook nog gratis promotie.”

“Pas als we iets zelf écht niet kunnen, en we kunnen niemand vinden die het gratis of voor een onkostenvergoeding wil doen, huren we iemand in”, zegt Kooij. “We nemen bijvoorbeeld tegenwoordig naar shows wel een geluidman mee. Die geven we daar een beetje geld voor. En waarschijnlijk komt er ook een moment dat we alle administratie niet meer zelf kunnen doen. Daar moet je dan gewoon iemand voor inhuren. Dit ondernemerschap trekt natuurlijk wel een wissel op je. We zijn momenteel allemaal wel drie dagen per week met de band bezig, en echt niet alleen maar met muziek maken. Maar zo betaal je wel alleen voor die zaken die je zelf niet kan en houdt je het grootste deel van je inkomsten gewoon in je zak.”

Die inkomsten komen momenteel voornamelijk uit optredens. “Sinds ons succesvolle optreden op Noorderslag is ons gage verdrievoudigd”, zegt Kooij. “Dat is ook wel nodig, want we worden tegenwoordig steeds vaker buiten de Randstad geboekt. Dan moet er gewoon wat meer geld op tafel komen, anders halen we de reiskosten er niet eens uit.” Driessen kan dat beamen: “,Muzikanten zullen terug moeten naar hun oorsprong. Dat is optreden, mensen entertainen en spelen.”

Dit artikel schreef ik samen met Sido Scholten en verscheen eerder op het permablog van De Nieuwe Pers.