7862855188_b93525e4a4_z-300x168Pssst…! Nederland is een belastingparadijs. Maar dat mag je van de PVV niet zeggen. De partij die, ‘kopvoddentaks’, ‘polder-taliban’ en ‘straatterroristen’ de Tweede Kamer in smokkelde vindt dat ‘belastingparadijs’ niet in het epicentrum van het publieke debat thuishoort. Dat is namelijk kwetsend. En kwetsen, daar houden ze bij de PVV niet van.

Het is evenwel niet de bedoeling het hier over de kolderieke hersenspinsels van de PVV te hebben, die kennen we immers zo langzamerhand wel. Het punt is juist dat de motie waarin de PVV opriep af te zien van het woord ‘belastingparadijs’ door een ruime meerderheid in de Tweede Kamer werd aangenomen. Naast de PVV stemden VVD, PvdA, CDA, D66, SGP en 50plus voor deze motie. En dat is natuurlijk niet minder dan belachelijk.

Ook staatssecretaris Weeker (Financiën) vond het een goede motie: Nederlanders die het woord ‘belastingparadijs’ bezigen zijn wat hem betreft ‘nestbevuilers’. Met andere woorden: landverraders. (Om een Godwin te voorkomen houdt deze alinea hier op).

Als reden waarom Nederland geen belastingparadijs genoemd mag worden geven onze volksvertegenwoordigers de meest nauwe definitie van het woord: ‘Een land waar niet of nauwelijks belasting wordt betaald.’ Vervolgens wijzen ze op het toptarief van 52 procent bij de inkomstenbelasting en ongeveer 20 procent bij de vennootschapsbelasting en zeggen: ‘Zie je wel: in Nederland betalen we wel belasting.’ Dat brievenbusmultinationals in Nederland zo’n beetje zelf mogen bepalen over welk gedeelte van de winst ze belasting betalen en zo op een effectief percentage van 1,3 procent (Apple) uitkomen wordt gemakshalve achterwege gelaten.

Een twaalf met twaalf nullen. Zoveel euro’s laten multinationals jaarlijks door Nederland stromen om op één of andere manier minder belastingen te betalen. Dat is grofweg twintig maal zoveel als we zelf jaarlijks bij elkaar werken. In 2009 noemde president Barack Obama ons daarom al eens een belastingparadijs en ook toen voelde Nederland zich op zijn nationalistische pik getrapt. Want we creëren weliswaar voor multinationals paradijselijke omstandigheden om belasting te ontwijken, maar dat maakt ons nog geen belastingparadijs. We lijken wel een geblondeerde burgertrut die zichzelf krampachtig ‘elfendertig’ blijft noemen.

Maar goed, in de Tweede Kamer mag het beestje dus niet meer bij de naam worden genoemd. Maar het probleem moet natuurlijk wel besproken kunnen worden, daar moeten onze parlementaire voorvechters van het vrije woord het toch mee eens zijn? Op zoek naar een alternatief laten we dan maar Alvin Mosioma, directeur vanTax Justice Network Africa aan het woord: “Nederland gedraagt zich als de chauffeur bij een bankoverval die zegt: ‘nee, ik ben niet de bankrover.” Nederland; geen belastingparadijs dus, maar handlanger der bankrovers. Zo beter?

Dit artikel verscheen eerder op het permablog van De Nieuwe Pers.